Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeg tot hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn [9]knecht, [10]halen, en Ik zal zijn troon zetten boven op deze stenen, die [11]Ik verborgen heb; en hij zal zijn [12]schone tent daarover spannen. 9. Zie boven hfdst.25 vs.9. 10. Hebreeuws, nemen; zie boven hfdst.37 vs.17. 11. Door den dienst van mijnen knecht Jeremia. 12. Of, koninklijke tent, paviljoen. Het Hebreeuwse woord wordt alleen hier gevonden en schijnt den naam te hebben van zonderlinge schoonheid.